Door Dymphi Rombouts

Ik was altijd de jongste thuis, de baby van het gezin. Totdat we gastgezin werden bij AFS.

De eerste keer was ik zelf op uitwisseling, dus die ervaring heb ik niet echt meegemaakt. Toen verbleef Ege uit Turkije bij ons. Eerlijk toegegeven, dat was best wel een bewogen jaar blijkbaar. Mijn mama’s grote hart zag die jongen supergraag. De rest van het gezin had er geen connectie mee. Voor hen mocht het AFS avontuur daar eindigen.

Maar vanaf de tweede keer kon ik me ook een grote zus voelen. Wij waren Rob’s tweede gezin; bij het eerste gezin miste die connectie. Bij ons was dat instant.

Ik had ineens een jongere broer. Een heel koppige jongere broer, die de dingen per sé op zijn eigen manier wilde doen. Een jongere broer die meteen samen met mijn papa op een fiets sprong, die iedereen in het café in ons dorp ook kende en die op zondag ging voetballen. Als ontspanning ging hij wel eens 10 km lopen! Maar hij paste ongelooflijk goed in ons gezin.  Vooral met mijn papa, die vooral in het begin niet echt open stond voor het gastgezinavontuur, maar die we langzaam maar zeker overtuigden. Rob was voor ons een godsgeschenk. Mijn papa is heel sportief, maar geen van zijn drie kinderen zijn ooit even sportief geweest of hadden dezelfde interesses. Rob wel. We zagen het ook in onze papa; hij voelde die connectie ook met Rob.

Intussen, 6 jaar later, is Rob al twee keer terug bij ons geweest, is hij één keer mee op reis geweest met ons naar Oostenrijk en zijn mama en ik hem gaan bezoeken in Barcelona tijdens zijn Erasmus uitwisseling.

Rob is deel van onze familie, zonder twijfel.

Was alles gemakkelijk met hem in huis? Neen. Dat is ook niet de ervaring die je aangaat. Maar als Tsjechië moet voetballen, of als er een Tsjech wint met het wielrennen, juichen wij nu ook mee. En als Tsjechië tegen België moet voetballen, dan gaan de Whatsapp berichtjes supersnel heen en weer. Bragging rights voor de winnaar horen er altijd bij.

6 jaar later is dat het gevoel dat ik heb bij de ervaring die Rob ons bezorgd heeft. Ik kan me niet meer herinneren of ik ooit gedacht heb of hij wel de juiste fit was voor ons gezin. Vanaf dat hij in december 2016 bij ons aan tafel schoof, leek het alsof er een puzzelstukje op z’n plaats gevallen was.

Normaal gezien gingen we dat jaar een deel-ervaring doen met een ander gezin. In de eerste helft van het jaar verbleef Alejandro van de Dominicaanse Republiek bij een bevriend gezin, en in de tweede helft van het jaar zou hij bij ons verblijven. Met de komst van Rob veranderde er wel wat. Maar Alejandro had het ook zo goed bij dat eerste gezin, dat we samen besloten om hem daar te houden, en Rob bij ons.

Het jaar daarna deden we opnieuw een dubbelrol met datzelfde gezin. Toen kwam Aka uit Thailand in ons leven. De eerste helft van het jaar verbleef hij bij dat andere gezin, vanaf januari kwam hij naar ons. Aka was anders dan Rob. Hij had andere hobby’s, en ging in Antwerpen naar school. Zijn leven was dus veel minder “onder de kerktoren”, maar vaker in Antwerpen. Maar ook Aka paste er wel bij in ons gezin. Zijn puzzelstukje was net iets anders, maar hij won al heel snel het hart van mijn mama. Zelf was ik op Erasmus tijdens het merendeel van zijn verblijf. Hij vulde dus als het ware mijn plekje in huis op!

Met Aka vonden we het belangrijk om enkele gezinsuitstapjes te doen. Ik kan me nog heel goed herinneren dat we samen zijn gaan bowlen met het hele gezin. Dat hadden we nog nooit allemaal samen gedaan, maar was énorm leuk!

Met het hele gezin aan tafel, met Aka van Thailand

We bezochten ook samen de Sinksenfoor. Meer dan iets anders herinner ik me de warme gezinsmomenten die we creërden. En we deden dat heel bewust; we wilden Aka betrekken bij ons gezin en hem thuis laten voelen. Dat is niet simpel als je al 20 jaar een gezin bent. Door die uistapjes te doen, maakten we samen nieuwe herinneringen. Herinneringen die voor ons ook nieuw waren, zoals met het hele gezin gaan bowlen of naar de kermis gaan. Zoals eerder vermeld, was ik de jongste thuis. Het bracht gewoon ook een nieuw familiegevoel voor ons allemaal, drie volwassen kinderen die graag meegaan met zulke uitstapjes om de familieband te versterken.

Zomer 2019. We hadden met een ander gezin afgesproken om weer dezelfde deal te doen; zij waren een nieuw gastgezin en waren niet helemaal zeker of ze een volledig jaar wel zagen zitten. De Turkse Selin ging in de eerste helft naar hen, en zou in de tweede helft van het jaar naar ons komen. Wij hadden het gezin al leren kennen, en waren ervan overtuigd dat zij Selin niet meer gingen loslaten zodra ze haar leerden kennen.

En dan was er een tekort aan gastgezinnen. Begin augustus kwam die noodkreet: wij zoeken welkomstgezinnen, om die jongeren toch te kunnen laten starten aan hun uitwisseling, om hen niet te moeten teleurstellen. Mijn ouders bespraken dit met elkaar, en besloten dat we dat wel konden doen. Dus toen mochten we eind augustus de Thaise Pun mee naar huis nemen.

Dit was een lastigere situatie. We deden ons best om Pun ook echt bij het gezinsleven te betrekken, maar eigenlijk hadden we op dat moment niet de beste ruimte voor hem. Hij wist zelf ook dat het verblijf tijdelijk was, wat voor heel wat onzekerheid zorgde. Uiteraard toonden wij heel wat flexibiliteit; AFS deed z’n best om zo snel mogelijk een permanent gezin te vinden, maar dat bleef toch redelijk lang duren.

In tussentijd leerden we Pun wel zijn eerste pint tappen, en betrokken we hem bij het gemeenschapsleven. We namen hem ook mee naar verschillende familiefeestjes en integreerden hem mee in ons gezin. Tijdelijk of niet, iedereen die bij ons over de vloer passeert, wordt voor die periode een deel van ons gezin!

Maar we merkten dat die connectie er niet helemaal was. Hij was een hele lieve jongen, maar had bij ons niet de tools en omstandigheden om uit zijn schulp te komen. We zagen dat hij nood had aan meer leven in huis, en met drie volwassen kinderen die allemaal studeerden of werkten, was dat een pak minder.

Uiteindelijk vonden we in december een nieuw gezin voor Pun. We gingen er alvast even langs met hem, om kennis te maken en afspraken te maken rond de verhuis. Onmiddellijk wisten we dat dit gezin voor hem was. Drie jonge kinderen, die niet op hun mond gevallen waren en hem overal bij gingen betrekken. Dat was exact wat hij nodig had. In januari verhuisde hij, en toen we hem een maand later terugzagen, was hij helemaal opgebloeid. Wij waren niet het gezin dat hij nodig had, maar we gaven hem wel de kans om dat gezin te vinden hier in België. Zo droegen we ook op die manier ons steentje bij.

Al die jaren was ik ook actief als vrijwilliger bij AFS, en op dat moment was ik voorzitter bij het lokale comité van Noord Antwerpen (NOA). In Februari kwam er een moeilijke situatie bij één van de NOA studenten. Nicole, een meisje uit de Dominicaanse Republiek, was intussen bij haar tweede gezin en het liep er mis.

Omdat ik zelf naar de Dominicaanse Republiek geweest was, vond ik het wel belangrijk om het gesprek met haar aan te gaan. Haar Nederlands was nog niet goed, en er waren heel duidelijk communicatieproblemen. Andere vrijwilligers spraken erover om haar naar huis te sturen, want een derde gezin zoeken is énorm moeilijk.

Dus besloten wij om Nicole in huis te nemen. We hadden op dit moment namelijk plaats, want Pun was een maand eerder verhuisd naar zijn permanente gezin. En Nicole had nood aan een gezin met ervaring. En vooral, iemand die haar cultuur begreep. Want alles wat over haar gezegd werd, zag ik 100% als iemand die moeite had om haar eigen cultuur los te laten.

Begrijp me niet verkeerd; die twee andere gezinnen hebben heel hard hun best gedaan om het te laten slagen met Nicole. Maar ze was geen simpele, en het feit dat haar Nederlands niet beter werd, zorgde voor een opeenstapeling van frustraties.

Nicole kwam in februari 2020 bij ons en in twee dagen tijd werden een paar dingen heel duidelijk: ze was koppig, verwend en ze was het gewend om haar zin te krijgen. En wij vonden haar geweldig. Mijn zus en ik waren superblij met eindelijk een meisje in huis. Mijn mama mag dan wel een groot hart hebben, maar ze is even koppig en niet op haar mond gevallen. Dus Nicole kon koppig zijn zoveel ze wou, maar in ons huis heeft mama het laatste woord.

Bij mij kon ze ook in het Spaans haar volledige verhaal doen. Zo vond ze eindelijk iemand die haar begreep, die haar cultuur kende en haar kon doen inzien waarom het niet werkte bij de vorige twee gezinnen. We waren er ook heel duidelijk in; als het bij ons ook niet zou werken, werd ze naar huis gestuurd. Maar na twee weken hadden we al door dat het klikte. Die connectie was er, en Nicole voelde zich al redelijk snel thuis. Zij was op dat vlak het tegenovergestelde van Pun. Bij hem voelden we dat hij nood had aan meer leven in huis, jongere kinderen. Nicole aardde net beter in ons huis, waar er minder structuur was, minder regels, volwassen kinderen.

Zo zie je maar dat elk gezin en elke jongere anders is. Wat bij het ene gezin enorm misloopt, werkt net wél bij een ander gezin. Je kan onmogelijk de fout leggen bij het gezin of bij de jongere, want soms werkt het gewoon niet zo goed.

Maar goed, februari 2020 dus. Wij zagen het volledig goed komen met Nicole. Jammer genoeg kregen we niet de kans om het tot het einde te zien komen, want op 21 maart 2020 vloog zij terug naar huis door de uitbraak van de corona pandemie. Super jammer, maar intussen (2023) zijn er wel plannen van Nicole om terug op bezoek te komen.

Lente 2020. Iedereen moet ‘in z’n kot’ blijven. En wij browsen door de profieltjes van de nieuwe studenten die in de zomer gaan komen. We laten een pandemie ons niet stoppen van nieuwe avonturen. Mijn zus en ik hebben zo genoten van die korte periode met Nicole, dat één ding heel duidelijk was voor ons: wij willen terug een zus!

En zo komen we op de Italiaanse Michela.

In augustus ben ik als vrijwilliger op de luchthaven aanwezig, en ga ik over de lijst met studenten van Italië om te verifiëren dat ze er allemaal zijn. Ik stop bij Michela, en als zij zich identificeert, zeg ik met een lachje “You are my hostsister!”. We geven elkaar een snelle knuffel, en alle anderen zijn stiekem een beetje jaloers, want Michela heeft haar gastzus al meteen gezien. Dat is toch wat ik ervan maak, want ik voelde bij die knuffel al een eerste connectie.

Ik weet niet hoe ik dat jaar met Michela moet beschrijven. Het was het grootste coronajaar, en je zou denken dat ik dan niet zo veel verhalen heb. Maar my god, wat hebben wij veel beleefd met Michela!

Elke kans die we hadden om ergens naartoe te gaan; fietsen, wandelen, schaatsen, … We hebben het allemaal gedaan. Michela leerde mijn beste vriendinnen ook goed kennen, want je mocht maar een paar contacten hebben dat jaar. Het heeft echt niet lang geduurd voor zij ons zusje was. Ze was weer een puzzelstukje dat perfect paste in onze puzzel. We hebben allemaal superhard geweend toen de tijd kwam om afscheid te nemen.

Dat was trouwens ook het jaar dat Italië alles won; Eurosong en Europees kampioenschap voetbal. Michela was ook echt een voetbalfan als Italië speelde, dus ze belandde regelmatig met mijn papa in de zetel om voetbal te kijken. Bij de België-Italië wedstrijd zaten we samen met ons lokaal comité op café. Er waren twee Italiaanse gaststudenten, Michela en Sofia. En die hadden alle twee gastpapa’s die graag voetbal kijken. De sfeer was geweldig, en de trots op de gezichten van onze Italiaanse studentjes maakte de nederlaag net iets makkelijker om te slikken.

De herinneringen die ik heb aan de uitwisseling van Michela, bezorgen me altijd een warm gevoel vanbinnen. Met haar hebben we nog regelmatig contact, en ze is vorig jaar ook al terug op bezoek geweest.

Het schooljaar daarna kwam Celina, van Argentinië. Michela had ons nog geholpen met haar te kiezen. Vol overtuiging zei ze: “Ja, die gaat echt wel bij jullie passen.”

Die zomer heb ik echt even de tijd moeten nemen om de twee ervaringen van elkaar te scheiden. Het kan namelijk makkelijk zijn om studenten met elkaar te vergelijken, maar dat mag je niet doen (achteraf kan je dat wel doen, maar niet op het moment dat ze hier zijn). Zij komen namelijk steeds nieuw in dit avontuur. Ik had na een intens jaar met Michela wel enkele weken nodig om de knop om te draaien. Tegen dat Celina kwam, was die knop omgedraaid en was ik helemaal klaar voor een nieuwe zus.

Celina was, opnieuw, heel anders. Waar Michela een luide en duidelijke aanwezigheid in huis was, was Celina stiller, meer teruggetrokken. Voorzichtiger is misschien een beter woord. Maar stille wateren hebben diepe gronden, en meer en meer kwam Celina’s karakter naar boven. Mijn zus en ik bouwden ook met haar een echte zussenband op.

Eén keer brak Celina haar pols na een val met de fiets. Ik was alleen thuis, en ze kwam huilend bij mij aan. Mijn tante bracht ons naar de spoed, en ik bleef de hele tijd bij Celina. Toen kwam bij mij het “grote zus” gevoel echt hard binnen. Ik voelde zo’n verantwoordelijkheid voor haar en wou ook dat ze zich geen zorgen hoefde te maken. Ik zou wel zorgen dat alles in orde komt.

Op familieweekend in de Ardennen met Celina van Argentinië

Mijn zus en ik vonden het ook superleuk om echte zusjesuitstappen te organiseren. We staken heel bewust veel tijd in die band. Toen we opgroeiden, speelden we altijd samen, maar we hadden ook vaak ruzie. In onze puberteit konden we elkaar niet uitstaan. Maar door AFS kregen we een diepere band, want elk jaar opnieuw konden we een nieuwe broer of zus opnemen, en daar weer nieuwe herinneringen mee maken. En zeker met Nicole, Michela, Celina, … daar klikte het zo goed mee. Mijn zus en ik deelden ineens ook dat verantwoordelijkheidsgevoel. We waren niet meer “grote zus, kleine zus”. Nee, nu waren we alle twee “grote zus”.

Na een héél emotioneel afscheid van Celina, want Argentinië is echt bijna letterlijk het einde van de wereld, kwam deze zomer Samantha van Mexico bij ons gezin. Mijn band met haar is nog wat anders, want in oktober ben ik alleen gaan wonen. Zelf ben ik intussen 26, en nu begin ik het leeftijdsverschil ook wel te voelen.

Bij Samantha merkten we meteen: dit is nog een echte puber. Ze was ook heel beschermd opgevoed, en heel rijk. Want haar kamer opruimen? Dat had ze nog nooit moeten doen! Die was altijd magisch opgeruimd als ze thuiskwam van school.

Bij Samantha heb ik de grootste groei gezien van alle studenten. En dat komt misschien ook wel doordat ik niet meer thuis woon, en ik haar gemiddeld één keer per maand zie. Ze heeft echt al sprongen vooruit gemaakt. Het is zo fijn om haar vooruitgang te zien, en te zien dat ze echt aan het opgroeien is in een jonge vrouw. Hoe uniek is dat om daar deel van uit te maken?

Recent ben ik met haar naar Porto geweest. Het was heel leuk om een weekendje samen door te brengen, zonder de rest van het gezin. Zo kon ik haar terug wat beter leren kennen, en kregen we de kans om goed te babbelen met elkaar.

Het avontuur is nog niet ten einde, Samantha blijft nog tot juli bij ons.

Maar voorlopig is zij wel de laatste. Met twee van de drie kinderen uit huis, en de middelste ook druk aan het kijken naar een bouwgrond, is de dynamiek binnen ons gezin weer veranderd. Mijn ouders blijven wel beschikbaar als noodgezin, voor die studenten die hun draai niet vinden in een ander gezin en waar soms een noodoplossing voor gevonden moet worden.

En zelf werk ik intussen twee jaar bij AFS, dus het helemaal loslaten ga ik zeker niet doen!

Om terug te komen op mijn originele vraag, waarom ben ik graag gastzus?

Het geeft mij inspiratie en een heel warm, gezellig gevoel vanbinnen om een band op te bouwen met zo’n student. Ik voel mij trots als ze dingen verwezenlijken, als we merken dat ze uit zichzelf in het Nederlands beginnen, of dat ze na hun uitwisseling terug op bezoek komen. Het geeft voldoening, om te weten dat ik geholpen heb om van hun uitwisseling de beste ervaring van hun leven te maken. Het helpt mij ook om steeds opnieuw het positieve in een situatie te vinden, om met een open blik naar de wereld te kijken en niet te snel te oordelen over mensen. Om te beseffen dat ik eigenlijk over elke cultuur, elk land en elke generatie wel vooroordelen heb, die mijn AFS broers en zussen stuk voor stuk doorbroken of bevestigd hebben. Vooroordelen hoeven niet negatief te zijn; het klopt namelijk dat Mexicanen over het algemeen heel spicy eten (Samantha had 10 flessen pikante saus mee, en die zijn intussen leeg), of dat Tsjechen graag bier drinken (de bierflesjes die Rob tijdens zijn uitwisseling verzameld had, spanden ongeveer 3 meter – ze waren allemaal leeg), of dat Italianen héél goed pasta kunnen maken (Michela heeft met mijn zus een kookboekje gemaakt).

Nu woon ik in een studio, en heb ik zelf geen ruimte om iemand in huis te nemen. Via mijn werk draag ik wel nog een steentje bij aan AFS, deze organisatie die ik echt nauw aan het hart heb. Binnen een paar jaar, wanneer ik wat ouder ben en hopelijk wat extra ruimte heb in huis, wil ik zeker de stap zetten om gastmama te worden.

Tot dan blijf ik een trotse gastzus, zelfs als de laatste student ons huis verlaten heeft. Voor de rest van mijn leven, zal ik dat blijven. En dat is echt iets dat mij enorm blij maakt!

Mijn eigen gastgezin in de Dominicaanse Republiek, 5 jaar na mijn uitwisseling