Kiwi-huizen kunnen stadswoningen of appartementen zijn, grote gezinswoningen in voorstedelijke straten of kleine, eeuwenoude houten huizen op boerderijen. Het hangt allemaal af van de gemeenschap waartoe je gastgezin behoort en hoe een dag uit het leven van dat gezin eruitziet! Ook al zijn er verschillen in huisvestingstypes, toch zijn er enkele gemeenschappelijke kenmerken:
1. Bijna alle Kiwi-gezinnen hebben huisdieren. Als je in een landelijk gebied woont, kan je gastgezin ook koeien, schapen, varkens, kippen en paarden hebben – niet in het huis, maar wel in de buurt. Dit betekent dat het een uitdaging is om deelnemers met allergieën te huisvesten en het is van vitaal belang dat alle allergieën tijdens de aanmeldingsprocedure bekend worden gemaakt.
2. Niet alle Kiwi-huizen hebben airconditioning of centrale verwarming. Dit betekent dat de huizen in de zomer warm kunnen zijn en in de winter koud. Kiwi’s zijn geharde mensen, dus als het koud is trekken ze gewoon een extra trui aan en als het warm is dragen ze een korte broek en gaan ze op blote voeten. Wees voorbereid op verschillende houdingen ten opzichte van temperaturen!
3. Net als in de meeste andere westerse landen is de samenstelling van huishoudens in Nieuw-Zeeland gevarieerd en cultureel divers. Nieuw-Zeeland heeft het geluk om mensen uit veel verschillende landen in haar gemeenschappen te hebben, dus dit betekent dat onze gastgezinnen vaak uit Europa, Azië, Zuid-Amerika en verschillende eilanden in de Stille Oceaan komen. Kiwi zijn betekent dus allerlei culturen en manieren van leven, en dat gaat gepaard met verschillende manieren van eten, verschillende religieuze overtuigingen en verschillende huishoudelijke interesses. Deelnemers zullen deze diversiteit moeten omarmen!