Interview met Katrien Verlinden

Katrien Verlinden vertrok in schooljaar 1996-1997 vanuit de Kempen op een jaarprogramma naar Guatemala en bleef haar gastgezin door de jaren heen regelmatig bezoeken. Eerst alleen, later met haar eigen gezin. Haar gastmama werd recent first lady van Guatemala toen haar man Bernardo Arévalo werd verkozen als president. Katrien woont en werkt nu al 8 jaar in Denemarken met haar man en twee zoontjes waar ze Frans en Spaans geeft aan de Copenhagen International School.

Waarom besloot je deel te nemen aan een AFS-programma?

Talen zijn altijd mijn ding geweest. Iedereen van mijn klas wist na het zesde middelbaar wat hij of zij ging studeren en ik wist dat niet. Wat ik wel wist, was dat ik Spaans wilde studeren en liefst in een natuurlijke omgeving, niet op de schoolbanken. Toen is snel beslist dat ik eerst een jaar met AFS zou vertrekken om Spaans te leren. En daarna zouden we wel zien.

Wat herinner jij je vooral nog van je leven in Guatemala?

Ik was 18, mijn gastzusje 12 en mijn gastbroertjes 12 en 10. Ik herinner me dat het een hele aanpassing was om samen met hen vroeg te gaan slapen. Ook om te eten wat de pot schaft, was niet zo simpel in het begin. Of toestemming moeten vragen om iets te mogen doen terwijl ik thuis altijd heel vrij was. Al snapte ik dat wel, mijn gastouders waren gewoon bezorgd en voelden zich verantwoordelijk voor mij. Ook het plezier dat ik daar heb gehad en de leuke momenten met de andere AFS’ers zijn mij bijgebleven.
Brieven van en naar België kwamen traag en in de verkeerde volgorde. Bellen deden we twee keer per jaar, met mijn verjaardag en met Kerstmis. Maar ook niet te lang. Eigenlijk was er bijna geen contact met België dat jaar.

Hoe zou jij je relatie met je gastgezin omschrijven?

Heel warm, heel hartelijk, los, gezellig, … vanaf de eerste dag maakten wij al grapjes met elkaar. Ik had daar een tante die precies was zoals mijn tante thuis. Een andere cultuur maar toch hetzelfde. Dat is op zich best vreemd, of misschien ook niet: eigenlijk zijn wij allemaal hetzelfde, alleen overgoten met de saus die een andere cultuur is.

Waarom ben je hen zo vaak terug gaan opzoeken?

Er zijn voor de sociale media een aantal jaren geweest dat het minder was. Ik schreef wel brieven maar omdat dat toch ook niet alles was, ging ik dus vaak op bezoek. Voor ik kinderen had elke twee jaar, dit jaar gaan we voor de tweede keer met de kindjes. Dat zijn echt mijn gastmama haar kleinkinderen. Hun geboortekaartjes staan daar ook gewoon op de kast. Dat is ook weer iets cultureel: ook aangetrouwde familie behoort tot de kernfamilie in Guatemala. Dat was met een gastdochter niet anders. En intussen behoor ik al 30 jaar tot die mensen hun leven.

Intussen is jouw stief-gastvader president van Guatemala geworden …

Nadat ik er al weg was zijn mijn gastouders gescheiden en heeft mijn mama Bernardo leren kennen. Intussen ken ik hem toch ook al 13 jaar. Ik wist wel dat hij een internationaal gerichte man was die veel talen sprak, in de diplomatie had gezeten, in Den Haag had gestudeerd, in Genève voor de UN had gewerkt, … maar dat hij plots in de politiek ging, was toch nog een verrassing. Hij paste alleszins in die optiek wel bij mijn gastmama voor wie het leven in ons kleine dorp San Marcos ‘te klein’ was. Zij wilde graag haar vleugels uitslaan en had veel in haar mars. Mijn gastmoeder was ambitieus en wilde iets betekenen voor de bevolking dus in dat opzicht passen zij en Bernardo wel bij elkaar.

Was het voor jou duidelijk dat je naar de inauguratie zou gaan?

Ik wilde dat wel maar wist natuurlijk niet of ik uitgenodigd zou worden. Maar mijn gastmama wilde persé dat ik kwam. Uiteindelijk kreeg ik ook een officiële uitnodiging en ben ik met mijn broer gegaan. 

En hoe is dat uiteindelijk allemaal gelopen?

We werden gescreend voor we mochten komen en moesten bijvoorbeeld opletten met wat we op sociale media zouden tonen. Mijn zus stond al op het vliegveld om ons op te wachten en vandaar moesten we met haar door de security. Het was direct duidelijk dat dit ernstig was.
Alles was plots ook heel chique, al deed mijn gastgezin heel gewoon en hartelijk. Er was veel huishoudpersoneel dat u persé wilde bedienen. Gelukkig is mijn gastmama ook een ander leven gewoon, in Génève had ze bijvoorbeeld geen personeel en moest ze haar huishouden zelf doen. En ze weet dat dit alles na vier jaar weer voorbij is.
Ze gaat ook heel respectvol met haar personeel om. Zo waren haar neven en nichten niet op de inauguratie omdat er maar een beperkt aantal uitnodigingen waren, haar personeel wel. Dat was heel fijn.

Wat wil jou stief-gastvader veranderen in Guatemala?

Zijn voornaamste doel is vooral dat de mensen van Guatemala, en dan vooral de armen die toch 50% van de bevolking uitmaken, erop vooruit gaan. Aangezien 40% van de bevolking behoort tot de inheemse bevolking, heeft hij een minister uit die bevolkingsgroep aangesteld. Dat was ook een heel ontroerend moment op de inauguratie, toen zij haar ministerschap tekende. Dat was met staande ovatie. Ik krijg nog kippenvel als ik eraan terugdenk.
Hij wil ook het leger weer aan het volk geven in plaats van omgekeerd en heeft direct geregeld dat ook vrouwen de hoogste rangen in het leger kunnen bekleden, wat hiervoor niet was. Hij wil meer investeren in onderwijs en zorgen dat de inheemse bevolking kan deelnemen aan de reguliere economie, wat nu niet het geval is.
Tot slot is er de strijd tegen de corruptie. Hij heeft nu al heel veel privileges van voormalige regeringsleiders ingetrokken. Hij heeft sowieso geen makkelijke, zelfs een gevaarlijke job en hij zal buitenlandse coalities moeten smeden om echt iets te veranderen.
Ook gendergelijkheid staat hoog op de agenda. En daar heeft mijn gastmoeder alvast haar bijdrage aan geleverd door een mannelijke huishoudelijke hulp aan te nemen. Dat is een statement want dit heb ik in Guatemala nog nooit gezien.

Wat zou jij AFS Guatemala nu aanraden?

Zoveel mogelijk blijven senden en hosten. Maar ik vraag me met enkele andere AFS’ers die samen met mij in Guatemala zaten vooral af wat wij nu voor hen kunnen doen. Want wij hebben zoveel gekregen van dat land dat we nu iets willen terugdoen.

Is een AFS-uitwisseling volgens jou vandaag de dag nog steeds waardevol voor jongeren?

Ja natuurlijk, want dat menselijke, warme contact kan je nooit via digitale uitwisselingen ervaren. Dat kan je niet ensceneren. Na corona zijn veel jongeren in hun schulp gekropen, dat merk ik ook bij mij op school. Internationalisering kan die jongeren weer naar buiten brengen en echt in contact brengen met elkaar. En dat ‘worldpeace’-verhaal van AFS klinkt misschien wat soft, maar het klopt wel. Het gaat echt over bijdragen aan een meer vredevolle wereld want als AFS’er leer je de dingen uit een ander perspectief bekijken. Je leert ook zoveel over jezelf en je eigen land. Ik heb veel meer over België geleerd dan over Guatemala tijdens mijn uitwisselingsjaar. Je leert bijvoorbeeld over hoe wij in België met elkaar en met anderen omgaan.
Op die manier dragen zo’n uitwisselingen echt bij aan wereldvrede denk ik.